Na diverse cholera-epidemieën tussen 1832 en 1866 ging men de situatie van de arbeiders verbeteren.
Volksverheffing en vaderlandsliefde moest de saamhorigheid tussen verschillende groepen verhogen. Van de 3 oktoberviering werd daarom aan het eind van de 19e eeuw een jaarlijks volksfestijn gemaakt. Socialisme en vakbeweging kregen pas na 1900 vaste voet aan de grond.
Nieuwe politieke verhoudingen
Armenzorg en onderwijs leverden grote tegenstellingen op in de Leidse politiek. Verschillende politieke groeperingen ontstonden. Vanaf de jaren 70 stonden vooral de confessionelen en liberalen tegenover elkaar en werden de contouren van een katholieke en christelijke zuil zichtbaar. De liberalen hadden de overhand tot 1919, toen de eerste vrouwen, arbeiders, socialisten en een communist in de gemeenteraad plaatsnamen. Toch konden de socialisten pas na de Tweede Wereldoorlog hun stempel drukken op het beleid.