De stadsbestuurders, de schout en acht schepenen vormden ook de stedelijke rechtbank. Naast deze stadsbestuurders was er een brede vertegenwoordiging uit de burgerij (de ghemeente), later beperkt tot de vroedschap.
Benoeming van schout en schepenen
Over de benoeming van de stadsbestuurders bestond nog lang veel getouwtrek tussen de stad, de graaf en de burggraaf. De rol van de burggraaf was echter in 1420 uitgespeeld. Voortaan benoemde de graaf de schout en schepenen. In 1449 kreeg de Veertigraad (gekozen door gerecht en vroedschap) het recht kandidaten voor het schepenambt voor te dragen. Vanaf 1434 mocht Leiden ook zware misdaden berechten, zaken van leven en dood.
- De burgers van Leiden krijgen meer te vertellen