De vestiging van de universiteit gaf een enorme impuls aan het boekenbedrijf. Drukkers en uitgevers profiteerden van de vele publicaties van Leidse geleerden. Zij brachten bovendien boeken van anderen op de markt. Het ging dan onder andere om auteurs uit de rest van Europa die in eigen land niet mochten publiceren. Zo kreeg Leiden met name in de 17e eeuw grote faam als boekenstad.
De Leidse firma Elzevier was in de 17e eeuw een van de grootste drukkers en meest vooraanstaande uitgeverijen van Europa. Van 1626 tot 1712 verzorgde het bedrijf als vaste universiteitsdrukker de belangrijkste uitgaven van de universiteit. Deze positie hadden ze onder andere te danken aan een grote voorraad oosterse drukletters. De grondlegger van het bedrijf, Louis Elzevier, begon in 1583 een boekwinkel naast het Academiegebouw. Via handelsagenten (vaak familie) en correspondenten onderhielden de Elzeviers contacten met het buitenland.