Het beroemde Kinderwetje van Van Houten, de eerste sociale wetgeving in Nederland, heeft zijn wortels in Leiden. De structurele armoede en werkloosheid dwong kinderen uit arbeidersgezinnen te gaan werken in de textielindustrie; elke bijverdienste was immers welkom! De moderne stoomfabrieken konden deze goedkope arbeidskrachten goed gebruiken.
Na 1850 klonken de eerste protesten tegen kinderarbeid, onder meer van de Leidse fabrikantenzoon Samuel le Poole. Kinderen moesten naar school. Schrijver J.J. Cremer schreef een vlammende aanklacht tegen kinderarbeid, Fabriekskinderen, waarbij Leiden als afschrikwekkend voorbeeld diende.
Leids Adres
Op 17 maart 1863 schreven Leidse fabrikanten een verzoek aan de Koning tot het wettelijk beperken van kinderarbeid, het zogenaamd Leids Adres. Dit leidde uiteindelijk mede tot het Kinderwetje van Van Houten. Deze wet, die kinderarbeid verbood onder de 12 jaar, voorkwam echter niet dat arbeiderskinderen na hun 12e verjaardag de school verlieten.