De brand die in ijzige kou van de vroege ochtend van 12 februari 1929 uitbrak, veranderde het fraaie middeleeuwse stadhuiscomplex in een ruïne. Actuele stukken en bevolkingsregistratie gingen verloren.
Over mogelijke herbouw (hoe? waar? door wie?) werd lang en heftig gediscussieerd. Een ontwerp van de bekende architect Dudok werd verworpen. Uiteindelijk won C.J. Blaauw een vervolgens uitgeschreven wedstrijd en kreeg in 1934 de opdracht. De oude gevel aan de Breestraat werd hersteld en daarachter verscheen een modern, maar toch traditioneel en monumentaal gebouw. Ook aan het interieur werd veel aandacht besteed. Onder andere M.C. Escher werkte mee aan het interieur.
Nieuwbouw en verkeersingrepen
Met het moderne stadhuis kreeg Leiden ook een stadhuisplein. Die verandering stond niet op zichzelf. De tijdgeest wilde dat men het stadsbeeld aanpaste aan de eisen van de moderne tijd. Diverse oude panden sneuvelden ten gunste van nieuwbouw.