Leithon, Burcht en Gravensteen
Rond 600 was de oude Rijnmonding nog steeds een van de dichtstbevolkte streken van Holland. De marktplaats Rijnsburg nam een centrale plek in, Leiden bestond nog niet. Vanaf 800 begon men de veengronden te ontginnen. Zo ook het gebied waar de Mare in de Rijn uitmondde, het Waardeiland. De eerste vermelding van Leithon ('aan de wateren') dateert uit 860. Op de plaats waar oude en nieuwe Rijn samenstroomden werd een heuvel opgeworpen: de Burcht.
Strijd om Rijnstreek
De Rijnstreek was een van de kerngebieden van het latere graafschap Holland. De graven van Holland streden met de Duitse keizer en diens leenman, de bisschop van Utrecht om de controle over Holland. Rijnsburg werd hierbij verwoest, het centrum van de streek verschoof naar een nieuwe marktnederzetting: Leiden. Bij die nederzetting breidden de graven hun bestaande hoeve uit tot een belangrijke verblijfplaats. Ze bouwden een kapel (Pieterskerk, 1121) en een versterkte toren (Gravensteen, rond 1200).