Leiden had een grote aantrekkingskracht op de omgeving en ook buitenlandse kooplieden, arbeiders en bankiers vestigden zich in de stad. De lakenproductie vormde de drijvende kracht hierachter. Van een regionale marktplaats werd Leiden een nijverheidsplaats van internationale betekenis. De lakennijverheid bereikte een hoogtepunt in de 15e eeuw. Leiden werd de grootste stad van Holland. De rijkdom van de stad uitte zich in grote gotische kerken.
Hoofdplaats van Rijnland
Leiden was het bestuurlijk en juridisch centrum van de streek. Vanaf de 13e eeuw was het de hoofdplaats van het 'baljuwschap' Rijnland. Ambachten gingen gezamenlijk de waterhuishouding verbeteren en het Hoogheemraadschap van Rijnland werd opgericht (1253). Leiden was ook daarvan de hoofdplaats. De stad bleef daarnaast als marktplaats het economisch centrum van de streek.
Gasthuizen, kloosters en een school
Met de ontwikkeling van de stad kwamen er sociale en religieuze instellingen.